Westerschelde

Verpoldering van de Westerschelde

Westerschelde

De Westerschelde heeft een lange en complexe geschiedenis waarin natuurlijke processen en menselijke ingrepen een belangrijke rol hebben gespeeld. Een van de meest ingrijpende menselijke activiteiten in dit gebied is de verpoldering, waarbij land werd gewonnen door het indijken van wateren en moerassen. Dit proces heeft de dynamiek van de Westerschelde aanzienlijk beïnvloed en is van groot belang geweest voor zowel de economie als de ecologie van de regio. In deze tekst wordt de geschiedenis van de Westerschelde uiteengezet met een focus op de rol van de verpoldering.

eric-krull-lxMoBhJBH0I-unsplash

Geologische basis en vroege ontwikkelingen

De ondergrond van Zeeland, inclusief de Westerschelde, bestaat uit afzettingen uit het Paleozoïcum, Mesozoïcum en Cenozoïcum. Gedurende het Paleozoïcum (circa 541-252 miljoen jaar geleden) lag het gebied nabij de evenaar en was het bedekt met ondiepe zeeën. In het Mesozoïcum (252-66 miljoen jaar geleden) werd de regio gekenmerkt door mariene sedimentatie, vooral in de vorm van kalksteen en kleilagen.

Tijdens het Krijt (145-66 miljoen jaar geleden) waren er nog steeds ondiepe zeeën waarin dikke lagen kalksteen werden afgezet. In het daaropvolgende Cenozoïcum (66 miljoen jaar geleden tot heden) onderging de regio grote veranderingen, onder invloed van tektonische processen en klimaatfluctuaties.

julia-taubitz-TityyPUletg-unsplash

Kwartaire periode en begin van de verpoldering

De belangrijkste ontwikkelingen die de Westerschelde hebben gevormd, vonden plaats in het Kwartair (2,58 miljoen jaar geleden tot heden). Deze periode omvat meerdere ijstijden en tussenliggende warme periodes. Tijdens de koude fasen daalde de zeespiegel sterk, waardoor grote delen van de Noordzee droogvielen. Dit resulteerde in de vorming van rivierafzettingen en lösslagen in de regio.

Tijdens de interglacialen (warmere periodes) steeg de zeespiegel weer en drong de zee het land binnen. Dit leidde tot de afzetting van mariene sedimenten en de vorming van estuaria. De Westerschelde begon zich te vormen in de laatste fase van het Pleistoceen en het vroege Holoceen (circa 12.000 jaar geleden), toen de zeespiegel weer steeg na de laatste ijstijd.

Met de komst van de mens begon men steeds meer in te grijpen in het landschap. Vanaf de middeleeuwen werden de eerste dijken aangelegd om het land te beschermen tegen overstromingen. Dit markeerde het begin van de grootschalige verpoldering van de Westerschelde.

Ontstaan en uitbreiding van de polders

Vanaf de 12e eeuw begon men systematisch land te winnen door middel van inpolderingen. Dit gebeurde door het aanleggen van dijken rondom schorren en slikken, waardoor vruchtbaar land ontstond dat geschikt was voor landbouw. Dit proces werd voornamelijk uitgevoerd door kloosters en lokale landheren, die belang hadden bij uitbreiding van landbouwgrond.

De impact van de verpoldering op de Westerschelde

Door deze inpolderingen werd de oppervlakte van de Westerschelde aanzienlijk verkleind en veranderde de waterhuishouding. Het natuurlijke overstromingsgebied nam af, waardoor de getijdenwerking veranderde. Dit had gevolgen voor de sedimentatie en stroming in het estuarium, wat leidde tot veranderingen in de geulenstructuur en de dynamiek van de rivier.

Verpoldering en conflicten

Niet iedereen was voorstander van de verpoldering. In de 16e en 17e eeuw leidde de strijd tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden tot het strategisch onder water zetten van gebieden, zoals de inundaties van de Staats-Spaanse Linies. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd de Westerschelde bewust opengehouden door de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden om Antwerpen economisch te blokkeren. Dit zorgde ervoor dat delen van het landschap, die anders ingepolderd zouden zijn, langer onder invloed van getijdenwerking bleven.

In de 19e en 20e eeuw werd de verpoldering voortgezet, maar er ontstonden steeds meer discussies over de gevolgen hiervan voor de natuur en waterhuishouding. De aanleg van dijken en de voortdurende landwinning leidden tot een versmalling van de Westerschelde, wat gevolgen had voor de stroming en sedimentdynamiek.

IMG_0120

Hedendaagse uitdagingen en balans tussen economie en natuur

Tegenwoordig wordt verpoldering kritisch bekeken vanwege de ecologische gevolgen. Grootschalige inpolderingen hebben geleid tot een afname van getijdengebieden en een verstoring van natuurlijke processen. Hierdoor zijn er in recente decennia juist ontpolderingsprojecten gestart, zoals het Hedwigepolder-project, waarbij landbouwgrond wordt teruggegeven aan de natuur om de ecologische balans van het estuarium te herstellen.

Projecten zoals het ‘Sigmaplan’ en ‘Het Natuurlijke Getij’ proberen een balans te vinden tussen economische belangen en natuurbehoud. Dit betekent dat er gezocht wordt naar manieren om waterveiligheid te waarborgen zonder de natuurlijke dynamiek van de Westerschelde verder aan te tasten.

IMG_0112

Werk mee

Zin in een leuk avontuur in een omgeving vol verrassingen?