Toen de Lovenpolder bij Hoek werd bedijkt in 1542, kwam er een zijtak van zeearm de Braakman binnendijks te liggen. Dat is nu de Voorste Kreek.

Over de kreek is een 64 meter lange brug aangelegd voor wandelaars en rolstoelers. Zo kun je ommetje maken naar het mooie dorpsbos van Hoek. De brug zorgt er ook voor dat de wandelpaden hier aansluiten op het wandelnetwerk.

Tegenwoordig vormen de oevers van de kreek een natuurgebied, waar men vier soorten orchideeën vindt en waar, ten gevolge van het licht brakke water, ook de zeldzame wilde selderij wordt gevonden.  Er groeit veel riet langs de plas.

Hoek (Zeeuws: D'n Noek) is deel van de gemeente Terneuzen. Aangenomen wordt dat de naam 'Hoek' afkomstig is van de ligging op de kruising van drie dijken, nu Molendijk, Langestraat en Noordstraat (in de volksmond "Noordiek" genoemd). Maar volgens de Historie der Hervormde Kerke te Gent uit 1756, p. 60, dankt het dorp zijn naam aan de ligging op de hoek van het land van Axel en Neuzen (de hoek van het eiland).

Hoek ontstond in de 17e eeuw. In 1542 werd de Lovenpolder ingedijkt. In 1545 volgde de Koudenpolder en in 1616 de Oud-Westenrijkpolder. Op de hierdoor ontstane driesprong van dijken ontwikkelde zich Hoek.

We vertrekken aan de Rozenlaan en steken onmiddellijk de brug over aan de kreek. Via een speeltuintje gaan we linksaf met zichten op de kreek en lopen we het mooie dorpsbos van Hoek in. Daar maken we een halve cirkel. We komen aan in de Kreeksingel en stappen richting Molendijk. Aan de Molendijk lopen we opnieuw voorbij de kreek en slaan we de Rozenlaan in richting onze vertrekplaats.