Vlissingen-Oost

IMG_1223

Afstand: 4,,78km

Duur: 1h30min

Moeilijkheidsgraad: Makkelijk

Onze beoordeling: ***(*)

Vertrek en eindpunt: Station Vlissingen

Parkeren: het is makkelijk parkeren aan het station van Vlissingen

Je kan hier de gpx downloaden.

Afstand: 4,78km

IMG_1199
Scherm­afbeelding 2025-07-27 om 12.16.02

Waarom wandelen?

De wandeling verkent het oostelijk deel van Vlissingen: de Ferry Terminal, de binnenhavens, de start van het Kanaal Door Walcheren, Het Museumschip Mercuur om zo de oostelijke zijde van de kleine straatjes van Vlissingen te bereiken. Aangekomen bij het Observatorium wordt er langs de zeedijk teruggewandeld naar het startpunt. De wandeling kan perfect in twee richtingen worden gewandeld.

De wandeling is wellicht van natuurzicht minder van belang. Er valt echter te genieten van veel erfgoed en vanzelfsprekend is de Westerschelde altijd heel nabij.

Vlissingen ligt aan de noordzijde van de monding van de Westerschelde. Het is de op één na grootste stad van de provincie Zeeland. Tot de gemeente Vlissingen behoren ook de plaatsen Oost-Souburg, West-Souburg en Ritthem.

Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog was de stad in Spaanse handen. Vlissingen was op 6 april 1572 de tweede stad (na Den Briel) die zich van de Spanjaarden bevrijdde. In tegenstelling tot Den Briel werd Vlissingen niet door de geuzen maar door zijn eigen inwoners bevrijd. In 1585 werd Vlissingen Engels bezit: koningin Elizabeth verkreeg het in onderpand, samen met Oostende, Brielle en Fort Rammekens (zie ook andere DeciWalk). In 1616 kwamen deze gebieden terug bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Vlissingen is onder Napoleon Bonaparte, voordat hij heel Nederland inlijfde, ook een tijd in Franse handen geweest door het Verdrag van Fontainebleau. De stad hoorde in die tijd dus niet tot het Koninkrijk Holland, zoals een groot deel van de rest van het huidige Nederland wel deed, maar werd onderdeel van het arrondissement Eeklo in het Scheldedepartement.

 

 

 

De wandeling zelf

Vlissingen werd zwaar getroffen tijdens de watersnood van 1808.In de jaren 30 van de 20e eeuw wou men de economie van de stad vergroten op basis van de drie pijlers: toerisme, haven en industrie. Om het toerisme te stimuleren was er in de jaren twintig al een vliegveld aangelegd in het noorden van Vlissingen. De havens van de stad werden vergroot en Vlissingen werd als badplaats gepromoot. Daarvoor werd een badstrand en een wandelpier opgericht.

In de Tweede Wereldoorlog werd de pier op last van de Duitse bezetters afgebroken, om een landing van de geallieerden te voorkomen. In oktober 1944 kwam Vlissingen onder water te staan door de Inundatie van Walcheren. In dat plan van de geallieerden bombardeerden zij verschillende dijken en liep het grootste deel van Walcheren onder water. De Duitse stellingen verzwakten en de geallieerden kregen beter toegang tot de Schelde en de haven van Antwerpen.

Scheepvaart en scheepsbouw zijn altijd van grote betekenis geweest voor Vlissingen. In de loop der jaren is scheepswerf Koninklijke Maatschappij De Schelde steeds verder gegroeid en zodoende is een deel van de historische binnenstad van Vlissingen gesloopt ten gunste van grote fabriekshallen. Toen De Schelde na 120 jaar de binnenstad verliet en zich in het nieuwe havengebied Vlissingen-Oost vestigde, bleef een groot gat middenin de stad over. Dat gebied is door de gemeente opgekocht om daar nieuwbouwwijk het Scheldekwartier te bouwen. Door de kredietcrisis werd het project een groot hoofdpijndossier. Vlissingen krabbelt met de ontwikkeling van het Scheldekwartier stap voor stap uit het financiële dal. De wandeling geeft daar ook een goed beeld van.

 

We starten aan het station van Vlissingen. Het station zelf heeft een lange geschiedenis. Het is feitelijk het derde station (nummer 1 werd verwoest door oorlogsgeweld, het tweede werd verwoest door een stoomlocomotief met defecte remmen).

Ter vervanging van het tweede station verrees tussen oktober 1949 en september 1950 het huidige stationsgebouw naar een ontwerp van architect Sybold van Ravesteyn (1889-1983), wiens neobarokke stijl duidelijk in het gebouw te herkennen is.

Het gebouw is ruim voorzien van voor Van Ravesteyn kenmerkende details als ronde en vierkante gekantelde ramen, versieringen op de daklijst en beelden aan de gevel. Aan de buitengevels van het station zijn vier keramiekbeelden van Jo Uiterwaal (1897-1972) geplaatst met voorstellingen die verwijzen naar de spoorverbinding en de provincie Zeeland. Op 18 maart 2010 werd het stationsgebouw aangewezen als Rijksmonument en is daarmee een van de weinige door Van Ravesteyn ontworpen stationsgebouwen dat nog niet is gesloopt.

We lopen verder langs de Prins Hendrikweg richting 1ste en 2de Binnenhaven en we steken het Kanaal door Walcheren over (over de Keersluisbrug). Het Kanaal door Walcheren is een waterwegverbinding tussen de Westerschelde bij Vlissingen en het Veerse Meer bij Veere. De aanleg vond plaats tussen 1870 en 1873 en droeg bij aan het economisch herstel van Middelburg. Koning Willem III opende op 8 september 1873 het kanaal en op diezelfde dag ook de nieuwe haven van Vlissingen.

We lopen langs de Willem Ruysstraat richting Hotel De Timmerfabriek (Albionkade). De Timmerfabriek - een oud industrieel gebouw -  is vanaf 2010 voor verder verval behoed en ten slotte herbestemd tot hotel. Bij de restauratie zijn kenmerkende elementen, zoals het betonskelet, het atrium, de ramen en het glazen dak, bewaard gebleven of vernieuwd. Het zeshoekige torentje, dat bij een bombardement in 1943 verloren was gegaan, keerde terug. Hotel de Timmerfabriek werd in 2022 geopend, het beschikt over 68 kamers.

We steken opnieuw het water over (Dokwerker). Daar maken we een U-ommetje via eerst Onderstraat, dan Palingstraat en dan Flessenstraat. In de Onderstraat begrenst een muur (met hekwerk) het fabrieksterrein van KMS de Schelde, het huidige Scheldekwartier. Ronald Mullié voorzag in 1990 de muur van honderd bolvormige uitsteeksels (Honderd amorfe vormen, die gaan over licht en kleur).

Via de Koudenhoek komen we aan het Museumschip Mercuur. De Mercuur is een oude mijnenveger die naderhand is omgebouwd tot herstelschip voor torpedo's. Nu is het schip een museum geworden dat gerund wordt door vrijwilligers.

We duiken nu echt het oude Vlissingen in via Groenewoud en Dortsmansstraat. Via de Nieuwstraat komen we aan Bellamypark. Op het Bellamypark bruist het altijd. Cafés en restaurants maken deze plek tot een van de meest levendige in Vlissingen. Hier staand, zullen weinig mensen vermoeden dat het plein nog maar ruim een eeuw oud is en dat het eeuwenlang vissers- en koopvaardijschepen waren die hier de levendigheid brachten. In een lange rechte lijn vanaf het Rondeel lag in wat nu het Bellamypark en de Spuistraat zijn, de Oude Haven. Het Bellamypark is wat betreft rijksmonumenten een van de best bedeelde straten van Vlissingen. De panden zijn gerestaureerd en vertellen elk een deel van het historische verhaal.

De haven van het oude Vlissingen, dat een eindje landinwaarts aan een getijdenkreek was ontstaan, verzandde. Begin veertiende eeuw liet graaf Willem III daarom dichterbij de Schelde een nieuwe haven aanleggen, vermoedelijk met de bedoeling daar ook een nieuwe stad te vestigen. Zo kwam rond 1315 een nieuwe haven in gebruik met daaromheen de eerste straten van Nieuw-Vlissingen. De haven, die later te boek stond als de Oude Haven, liep in het verlengde van het Rondeel en huidige Keizersbolwerk over het tracé van het huidige Bellamypark en de Spuistraat.

We lopen langs Bellamypark richting Kanonnen op het Rondeel in Vlissingen. Het Rondeel is rond 1440 ontstaan en vormde de afscheiding tussen de Vissershaven en de Voorhaven. Tevens was het een plek die de havens kon beschermen.

We lopen de zeedijk op. Links van ons zien we hat Arsenaal.

Het Arsenaal was een museum en maritieme attractie in Vlissingen. In het museum stond het thema piraten centraal. In het Arsenaal was onder andere een Piratenpark en een zeeaquarium met haaien en roggen ingericht. Vanuit de 65 meter hoge uitkijktoren was er een uitzicht over Vlissingen en de Westerschelde. Het Arsenaal was onderdeel van het Arsenaalcomplex, dat naast de attractie bestaat uit een theater, twee restaurants, een snooker- en een speelautomatenhal. In 2021 werd het gesloten en is het plan het om te bouwen tot een hotel.

We stappen verder en komen aan Uncle Beach Memorial Vlissingen. Bij Uncle Beach kwamen de geallieerden in 1944 aan land tijdens de slag om de Westerschelde in de Tweede Wereldoorlog. Vlissingen heeft een strategische ligging aan de Westerschelde en er werd hier dan ook hevig strijd geleverd in het gebied rond de Oranjemolen dat de codenaam ‘Uncle Beach’ kreeg. Nu is dat een gebied vol herinneringen aan en monumenten voor deze strijd. Rond Uncle Beach zijn er allerlei herinneringen aan de strijd die hier geleverd is.

Wat verder kijken we uit op de Oostbeer. De Oostbeer in is een Napoleontisch vestingwerk dat er toe diende het water in de vestinggracht rond de stad te scheiden van het zeewater om zo te voorkomen dat de vestinggracht bij laag water leeg liep. De Oostbeer stamt uit de Franse tijd die in Vlissingen van 1795 tot 1814 heeft geduurd. Na het Engelse bombardement in 1809, waarbij de stad zwaar getroffen werd, liet Napoleon de vesting Vlissingen ingrijpend moderniseren en uitbreiden. Vlissingen werd aan landzijde voorzien van een nieuwe gracht en rondom de stad werden forten aangelegd. In 1810 werd aan de oostelijke zijde van de stad een stenen beer gebouwd die later de Oostbeer is gaan heten. Aan de westelijke zijde van de stad werd de Westbeer gebouwd.

De Oostbeer is een gemetselde beer met schuine kanten. Om aanvallende soldaten te beletten de vesting via de beer te bereiken was de aan de bovenzijde een 'ezelsrug' aangebracht van gladde natuurstenen. De ezelsrug werd in het midden voorzien van een zogenaamde monnik, een massief rond torentje die een doorgang onmogelijk moest maken. De monnik was een de bovenzijde afgedekt met een gladde natuurstenen muts. In de holle beer werd een gang aangelegd met schietgaten die de vestinggracht konden bestrijken. De gang was aan beide zijden van de beer verlengt en liep uit in zogenaamde escarps- en contrescarpsgalerijen, een stelsel van onderaardse gangen waarin mijnen konden worden aangebracht. Die werden gebruikt om tijdens een aanval over landzijde het hele verdedigingswerk op te blazen met de inundatie van het gebied rondom de vesting Vlissingen als gevolg.

We wandelen verder de dijk af naar het Dijkpaviljoen De Punt. Daar steken we de sluizen over die ons retour naar het station brengen.

 

IMG_1202

Leuk om te weten

IMG_1215

Het centrum van Vlissingen telt zo'n 300 monumenten. In de wateren rondom Vlissingen leeft de grootste zeehondenpopulatie van het hele Westerschelde gebied. Naast zeehonden komen er trouwens ook bruinvissen en dolfijnen voor...

Verken meer DeciWalks en leer de rijke omgeving van North Sea Port kennen!

Werk mee

Zin in een leuk avontuur in een omgeving vol verrassingen?