Algemene informatie
beschrijving
De Patrijs is een compacte grijsbruine vogel met oranjebruin gezicht. Het verenkleed is bruin en grijs gestreept met kastanjebruine strepen op de flanken en een grijze borst. De keel en het gezicht zijn oranjebruin, bij de mannetjes feller van kleur. Op de buik zit een grote donkerbruine, enigszins hoefijzervormige vlek die bij mannetjes meer uitgesproken is, bij de dames is de vlek veelal klein en ovaal. Tijdens de vlucht valt de roodachtige staart op. Juveniele vogels zijn geheel bruin gestreept. Patrijzen leven in koppels in het broedseizoen en in de winter in kleine groepen, kluchten genaamd..Ze kruipen bij onraad liever weg dan dat ze opvliegen. Een Patrijs vliegt met snelle vleugelslagen, afgewisseld met korte glijpauzes.
habitat
Patrijzen komen voor op akkers, graslanden en hoogveen, vooral in kleinschalig akker- en weidelandschap. De vogels zoeken hun voedsel langs ruige akkerranden met akkeronkruiden, weiden met hagen, met bloemen begroeide dijken, enzovoort. Het nest wordt door de patrijs op de grond gemaakt, in dichte begroeiing. Patrijzen zijn standvogels, die jaarrond in het leefgebied verblijven.
voedsel
Volwassen patrijzen eten vooral plantaardig voedsel en - als ze 'voor de bek lopen' - ook wel insecten. De kuikens zijn volledig van insecten afhankelijk. Daardoor overleven patrijzen alleen op plekken waar voldoende insecten in (ruige) akkerranden en graslanden te vinden zijn.
voortplanting
Broedt van eind april tot eind mei. Eén legsel met een groot aantal eieren, meestal 13 tot 16. Er zijn recordlegsels tot 29 eieren gevonden maar dat is zéér uitzonderlijk. Broedduur: 23-25 dagen. Hoewel patrijzen in groepen kunnen optrekken, is het geen koloniebroeder. Ze hebben een nest op de bodem in dichte vegetatie. De jongen stappen meteen het nest uit en zijn na 14 dagen vliegvlug. Na zo'n 5 weken zijn ze zelfstandig.
voorkomen in Vlaanderen: trends en verspreiding
Patrijzen zijn echte akkervogels die in functie van nestgelegenheid vooral nood hebben aan voldoende kleinschaligheid in de vorm van hagen, houtkanten en een gevarieerde, ruige begroeiing in de perceelsranden. Het is een soort die zich niet gemakkelijk laat inventariseren met klassieke telmethoden en mede daardoor is er weinig betrouwbare informatie beschikbaar over trends op langere termijn.
Beschikbare gegevens wijzen op een globale achteruitgang in de jaren 1970 en 1980 en een zekere stagnatie in de jaren 1990. In de periode 2000-2002 werd het Vlaamse broedbestand geschat op 3.500-10.000 paren (Devos 2004c). Sindsdien lijkt de Patrijs opnieuwsterk af te nemen. Recente ABV-gegevens wijzen op een afname van
ruim 50% over de periode 2007-2016 en de soort werd dan ook net als Kievit in de nieuwe Rode Lijst opgenomen in de categorie ‘Bedreigd’. De Europese cijfers zijn nog dramatischer en tonen een afnemende langetermijntrend van maar liefst -94% (1980-2015) en een doorzettende afname op korte termijn (-62% (2006-2015).
trek
Patrijzen zijn standvogels, die jaarrond in het leefgebied verblijven.
Bron: i.h.b. Vogelbescherming.nl
