Hoge potentie voor graslandherstel

Uitgaande van de abiotiek zijn de potenties met het oog op graslandherstel groot!

Achteruitgang akkeronkruiden

Soorten akkeronkruiden

In grote delen van Europa wordt een achteruitgang vastgesteld van gespecialiseerde akkeronkruiden. Naast een grote groep achteruitgaande akkeronkruiden zijn er echter ook veel soorten die standhouden of zelf sterk uitbreiden zoals bij voorbeeld bepaalde onkruiden van maïsakkers. Over het algemeen doen soorten van voedselrijke milieus, neofyten en veel grassen het beter. Naast intensivering van de productiemethoden, intensieve bemesting en herbicidegebruik, zuivering van het zaaizaad heeft ook de verandering in teeltkeuze voor grote verschuivingen gezorgd binnen een periode van nog geen 30-40 jaren.

Al deze grootschalige wijzigingen hebben ook voor een grote verandering in de akkerflora gezorgd. Die veranderingen betekenden in bepaalde gevallen een dramatische achteruitgang, maar in andere gevallen ook een uitbreiding van bepaalde soorten. Het Vlaamse beleid rond het behoud van soorten van akkers gebeurt vooral door subsidiëring van landbouwers in het kader van plattelandsontwikkeling. Landbouwers kunnen op vrijwillige basis een contract afsluiten bij de overheid waarbij ze zich verbinden één of meerdere beheerpakketten uit te voeren tegen betaling van een vooraf bepaalde vergoeding. Akkerreservaten beheerd door natuurverenigingen genieten niet van die subsidies, want enkel geregistreerde landbouwbedrijven komen in

aanmerking voor deze subsidies. Rond akkerflora gebeurt in Vlaanderen bijzonder weinig hoewel er zich ook onder de akkeronkruiden veel bedreigde soorten bevinden. Het wordt tijd dat die soorten terug wat aandacht krijgen!



IMG_9988

Akkerflora wordt heel dikwijls gecategoriseerd op basis van het bodemtype (voedselrijk / voedselarm, kalkrijk/kalkarm). Dat levert geen perfecte typologie op aangezien veel akkeronkruiden ook gebonden zijn aan bepaalde teelten en beheersvormen in combinatie met de bodem.

Sint-Elooipolder

Op de Sint-Elooipolder laat de intensieve akkerbouw weinig over van de oorspronkelijke vegetaties. Het gaat hier om laaggelegen voedselrijke, kalkrijke, zandige, kleiïge gronden. De polder is laagst gelegen versus een bijzonder ruime omgeving, ook ten opzichte van de meer noordelijk gelegen 'later ingepolderde' polders van Zeeuws-Vlaanderen.

Het valleigebied "Sint-Elooipolder" werd op het gewestplan afgebakend om de - toen nog aanwezige en ondertussen zonder handhaving illegaal gescheurde - graslanden te beschermen.

Wat komt er dan vandaag nog voor?

In sommige graslanden staat Kamgras, op perceelstoegangen komt veel Knolboterbloem voor.

Eigenlijk kan je momenteel (op enkele uitzonderingen niet te na gesproken) enkel spreken van natuurlijke vegetaties in de kreek en op de randdijken.

Dat neemt niet weg, dat de graslandpotenties hier groot zijn. Uitgaande van de abiotiek zijn de potenties met het oog op graslandherstel groot, o.a. omdat het gaat om laaggelegen kalrijke zandige/kleige gronden gelegen bovenop de diepste plek in de Vlaamse vallei (= grootteorde 30m onderliggende pleistoceen zand). Bovendien is er bijzonder weinig bebouwing. Dat heeft tot gevolg dat vernatting hier vanzelfsprekend is.

In de kreek zelf domineert uiteraard Riet, maar lokaal gaat het ook om grote zeggenvegetaties en komt wel eens een Dotterbloem, Ruwe Bies of Waterpunge voor.

Op de dijken komen interessante gemeenschappen voor met Muizenoor, Knautia, Zandzegge, Zilverhaver, Wilde Marjolein en Valse Salie. Hiertussen werd ook Gestreepte Klaver aangetroffen.

Werk mee

Zin in een leuk avontuur in een omgeving vol verrassingen?