Sint-Elooipolder

WVVgrauwe gans (2)

Wordt nog toegevoegd.

Algemene informatie

beschrijving
Stevige bruingrijze gans, de grootste van alle bruingrijze ganzensoorten. Hals en kop iets lichter dan het lichaam. Ook de ondervleugels vormen een goed kenmerk. Deze zijn tweekleurig: donker met een lichtgrijze voorkant.

Bij ganzen zijn de kleur van poten en snavel belangrijk: bij de grauwe gans zijn snavel en poten oranjeroze. De snavel is stevig en wordt wel eens vergeleken met een winterpeen.

habitat
Grauwe ganzen leven in allerlei gebieden, maar altijd in de nabijheid van water en open gebieden. De vogels overwinteren vooral op boerenland, meren, uiterwaarden en grote natte natuurgebieden.

voedsel
Een vegetarisch menu van gras, plantenwortels, zaden en jonge scheuten (van onder meer riet). In de winter ook op akkers aangevuld met oogstresten van mais, aardappelen en granen.

voortplanting
Grauwe ganzen leggen eieren van eind februari tot in mei, met een piek in maart. Grauwe ganzen hebben één broedsel per jaar, bestaande uit meestal 4-9 eieren. Ze broeden 27-29 dagen. De jongen zijn met 45-60 dagen vliegvlug en zijn nestvlieders. Hun familieverband blijft tot in winter intact. Ze broeden graag in de nabijheid van soortgenoten in een losse kolonie. Roofdieren worden dan sneller opgemerkt en weggejaagd.

voorkomen in Vlaanderen: trends en verspreiding

eventuele trek
Van origine is de grauwe gans een trekkende vogelsoort. Vlaanderen is vanouds een belangrijk overwinteringsgebied. De laatste decennia is er veel veranderd in het trekgedrag. Er zijn populaties die nauwelijks nog trekken (onder meer in Schotland). In de jaren 1980 overwinterde nog zo'n 80% van de Europese grauwe ganzen in Spanje, inmiddels is ook Vlaanderen een overwinteringsgebied. Een steeds groter deel van de grauwe ganzen in Vlaanderen trekt niet of nauwelijks en is jaarrond bij ons. Deze ganzen worden 'overzomerende' ganzen genoemd.

Bron: i.h.b. Vogelbescherming.nl

Werk mee

Zin in een leuk avontuur in een omgeving vol verrassingen?