Na de Tweede Wereldoorlog raakte de industrie langs het kanaal Gent-Terneuzen in een stroomversnelling. Termeuzen was een groeigemeente. Met subsidies werden nieuwe industrieën aangetrokken. Ook Dow Chemical arriveerde (in 1963).
In de buurt van Gent waren het de gouden zestiger jaren: Volvo, Honda en Sidmar (vandaag ArcelorMittal) vestigden zich in de toenmalige Gentse haven.

In het Nederlands-Belgisch traktaat van 20 juni 1960 werden opnieuw afspraken gemaakt ten aanzien van verbreding en verdieping van het kanaal. Een deel van het dorp Sluiskil en de complete gehuchten Vingerling en De Stuiver zouden hierbij plaatsmaken voor het kanaal. In 1963 werden twee nieuwe sluizen in Terneuzen gegraven; een voor de binnenvaart en een voor de zeevaart. De oude sluis bij Sas van Gent werd gedempt en maakte plaats voor de oprit van de nieuwe brug en het Keizer Karelplein.

In 1968 werd het sluizencomplex uitgebreid voor binnen- en zeevaart. Het kanaal werden verder verbreed en verdiept. Dat leidde vervolgens tot de verlenging van de Zuiderhavenkanalen, de Zevenaarhaven en de Axelse Vlaktehaven. In 1975 werd de Massagoedhaven aangelegd, in 1978 de Braakmanhaven. De Braakmanhaven heeft een open verbinding met de Westerschelde.