1- 1274 kaart-van-zeeland-en-vlaanderen-1274-14703c

Fronendike, eerste polders

Omstreeks het jaar 1000 bestond midden Zeews-Vlaanderen, inclusief wat nu een stukje noord Oost-Vlaanderen is, uit een afwisselend schorren- en veenlandschap. Er waren tale van geulen die vertikaal noord-zuid waren georiënteerd en in verbinding stonden met de Westerschelde. Een oost-west georiënteerde zandrug zorgde ervoor dat het water niet verder raakte.

In de 12de eeuw werd de eerste dijk gebouwd.Het oudste dijktoponiem is 'Fronendike' of Vroondijke (1114), wat later werd verbasterd tot Vremdijke. De dijk lag een beetje ten westen van Terneuzen. Het oudst bekende poldertoponiem is Abbekinspolder inde omgeving van Biervliet. Vanaf dat moment werden er steeds meer bedijkingen uitgevoerd. Zo werd er 'nieuw land' gecreëerd.

De bedijkingen waren heel dikwijls het werk van de abdijen uit het Vlaamse achterland (Sint-Pieters, SInt-Baafs, Ter Duinen, Baudelo), namen die nog steeds zeer bekend klinken in Vlaanderen. Tevens waren er ook kleinere (vrouwen)kloosters die zeer actief waren: Ter Hagen, Doornzele (de Doornzele Dries is opgenomen onder LandMarks) en Oosteeklo.

Nog daarnaast begonnen ook patriculiere ondernemers (adel, rijke mensen) zich bezig te houden met het 'indijken'. Dat merk je heel dikwijls aan de namen die de polders ook vandaag nog hebben.

Door de groei van de bevolking kwamen er steeds meer mensen wonen op dit 'nieuw land', en zo ontstonden er dorpsgemeenschappen (Assenede, Philippine, Hoek, Westdorpe, Zuiddorpe, Zelzate...). Heel dikwijls waren het veenontginningsdorpen. Die ontginning leidde er op zijn beurt toe dat er kanalen werden gegraven om veen te vervoeren (voor turfproductie). In de vijftienden eeuw waren grote zones 'vergraven', wat betekent dat ze economisch niet veel meer voorstelden. Maar nog erger: de afgegraven grond lang plotseling lager dan de zeespiegel, en dat zou later grote gevolgen hebben.

Werk mee

Zin in een leuk avontuur in een omgeving vol verrassingen?